Vorige week kocht ik een pot vogelpindakaas. Voor het eerst. De vogels wilden er niets van hebben. Dagenlang werd de pindakaas volledig genegeerd.
Zo gaat het vaak als ik iets nieuws voor de vogels ophang. Blijkbaar moeten ze er eerst aan wennen. Van een afstandje kijken ze of het geen valstrik is.
Een dergelijk scenario had ik ook voor ogen toen ik met Tuingenoot begon. Ik dacht: als er één de sprong heeft gewaagd, dan volgen er zeker meer. Jammer genoeg is dat niet het geval.
Er zijn al bijna twee jaren verstreken sinds John Tuingenoot werd. Ondanks zijn enthousiasme, heeft hij geen collega tuingenoten mogen verwelkomen. Eén is blijkbaar niet genoeg om de anderen over de streep te trekken.
Mensen vragen mij wel waarom er maar één Tuingenoot is. Daarna adviseren ze mij om alles gratis te doen totdat er meer belangstelling is.
Volgens de vader van Teun van de Keuken moet je nooit iets voor niks doen, als je in zaken serieus genomen wilt worden.
Nooit vind ik wel erg infrequent. Mijn vaste klanten kunnen mij altijd bellen of mailen met vragen. Ze krijgen dan meestal gratis antwoord of advies. Niet omdat zij dat willen of verwachten maar omdat ze het verdienen. Service noem ik dat.